-
1 embellish a story
-
2 embellish
-
3 embellir
embellir [ãbellier]→ croîtreII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 verfraaien ⇒ mooier maken, versieren, opluisteren♦voorbeelden:embellir une histoire • een verhaal opsmukkenv1) verfraaien -
4 embellir une histoire
embellir une histoire -
5 broder
broder [broddee]1 overdrijven ⇒ verfraaien, opsmukken♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 borduren♦voorbeelden:v1) borduren2) verfraaien, versieren3) voortborduren (op), overdrijven
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Французский